Een historisch verslag 

Bertus Aafjes (1914-1993)

Op 31 maart 1936 vertrok Bertus Aafjes van de Borneostraat 32 in Amsterdam-Oost met een ransel, gevuld met voornamelijk boeken en een mandoline, op de fiets, richting Rome. Na een week was zijn geld op. Uitgegeven aan wijn en vrouwen. Ondanks het feit dat hij platzak was, verliep de reis voorspoedig. Bij Bazel zette hij zijn fiets op de trein en wandelde via de Brennerpas naar Italië.

Hij lifte van Trente naar Riva en op 12 mei 1936, zijn 22ste verjaardag, kreeg hij een lift van Bologna naar Rome. De reis was binnen een maand voorbij. De terugreis duurde veel langer, namelijk negen maanden.

Het gedicht Een voetreis naar Rome schreef Aafjes pas acht jaar later toen hij, gedurende de hongerwinter van ’44-’45, ondergedoken zat in het Friese Terband. Het boek kwam in 1946 uit en binnen een jaar was het beroemd, mede door een schandaal omdat het tegen de heersende katholieke opvattingen was. Het beleefde herdruk na herdruk.

Tegenwoordig wordt het nauwelijks meer gelezen. Soms raakt een voetreiziger naar Rome geïnspireerd. 

Het boek wordt op de tweedehands boekenmarkt regelmatig aangeboden.