Franciscus van Assisi stierf in 1226. Twee jaar daarna werd hij heilig verklaard, en nu, bijna acht eeuwen later, heeft een paus zijn naam aangenomen. De vraag is of Franciscus zelf dat als een overwinning zou hebben gezien, of als een gotspe. 

In de dertiende eeuw resideerden de pausen in het Palazzo del Laterano, op vijf kilometer van het Sint-Pietersplein. Daar ontmoetten in 1209 twee tegenpolen elkaar: de paus, de machtigste man van Europa van dat moment, levend in grote weelde, en een magere, onbeduidende man in een vuile, grof bijeen gelapte poncho.

Franciscus, toen eind twintig, stond in vuur en vlam. Niet voor een echte vrouw maar voor een ideaal dat hij ‘Vrouwe Armoede’ noemde. Opgegroeid als rijke koopmanszoon had hij niet lang daarvoor afscheid genomen van zijn luxe leventje om zijn heil te zoeken in bezitloosheid en het bijeen bedelen van zijn eten. Maar hij was hier niet voor een aalmoes. Wat hij wilde was toestemming om een orde te stichten die zijn ideeën en leefwijze zou uitdragen. 

De tegenstelling tussen de paus en Franciscus was zo groot dat de wildste verhalen over hun ontmoeting zouden ontstaan. De kleurrijkste nog wel die waarin Innocentius tegen Franciscus zei: ‘Ga terug naar je varkens en steek voor hen alle preken af die je wilt.’ Waarop Franciscus naar de varkensstal ging, zich in de stront wentelde en linea recta naar de paus terugkeerde – die natuurlijk spijt kreeg van zijn arrogante houding.

Bovenkerk Assisi

Franciscus di Bernardone werd geboren in de winter van 1181-’82 in de midden Italiaanse stad Assisi. Het was een veranderlijke tijd, waarin de nadruk verschoof van landbouw naar handel, en dus geld en goederen. Die handel maakte zijn vader rijk, en zo genoot Franciscus een zorgeloze jeugd die uitliep op het najagen van zoveel mogelijk lol. De rest van zijn leven had net zo kunnen verlopen, maar toen hij twintig werd wilde hij meer. 

Een jonge man die breekt met zijn verleden, zijn afkomst, en zijn hele bezit, dat is op zich het meest bijzondere niet. Dat hij dat doet uit religieuze inspiratie ook niet. Maar Franciscus liet het daar niet bij. Een persoonlijk ideaal was hem niet genoeg, hij wilde zijn ideeën verspreiden, anderen overhalen om net zo te leven als hij. Een armoede-offensief, kortom, in een tijd waarin ook de kerk en de kloosters volop meedongen naar zoveel mogelijk rijkdom.

Zijn leidraad was een stukje bijbeltekst waarin Jezus zijn twaalf volgelingen instrueert om op pad te gaan om te preken. Neem in je beurs geen gouden, zilveren of koperen munten mee, schaf je voor onderweg geen reistas aan, geen extra kleren, geen sandalen en geen stok (Matteüs 10: 9-10). Toch hield diezelfde bijeenkomst vast aan het besluit om van een strakkere organisatie af te zien, en werd een nieuwe regel aangenomen die niet veel minder vaag was dan de eerste: verwijzingen naar het evangelie, een oproep tot armoede, en een aanzet tot ongehoorzaamheid aan onwaardige superieuren.

Kardinaal Ugolino zal blij zijn geweest met Franciscus‘ terugtreden, maar die ‘regel’ was voor hem onacceptabel. In 1223 ging hij opnieuw in de aanval. In naam van de paus drong hij bij Franciscus aan op het formuleren van een meer acceptabele variant – en eindelijk zwichtte die. Nu kwam er voor het eerst een regel tot stand die kerkelijke goedkeuring had. Hij was dan ook opgesteld onder strenge redactie van Ugolino en paus Honorius zelf. Overbodig te zeggen dat de heftigste passages over armoede sterk waren afgezwakt, dat er passend was gesnoeid in de verwijzingen naar het evangelie, en dat van ongehoorzaamheid aan kerkelijke autoriteiten nooit sprake kon zijn.

In feite scheidden hier de wegen van Franciscus en zijn beweging. Hij had meegewerkt aan de regel voor een orde waarvan hij in zijn hart al geen deel meer uitmaakte. In de drie jaar die hem nog restten, zonderde hij zich steeds meer af, verbitterd en ziek, want hij had ‘Broeder Lichaam’ zo erg veronachtzaamd dat het nu al totaal versleten was. Niet lang voor zijn dood gaf hij lucht aan zijn verlies: ‘Wie zijn die mensen die mijn orde, en die van mijn broeders, van me hebben afgepakt?’ Hij stierf op 3 oktober 1226, vierenveertig jaar oud. Vijf maanden later werd Ugolino di Segni tot paus gekozen. Binnen anderhalf jaar had hij Franciscus heilig verklaard.

Lees het gehele artikel van Afke van der Toolen in Het Historisch Nieuwsblad 12/2013

Meer informatie over Franciscus en de pelgrimsroute naar Assisi vind je hier!