Tot rust komen, één worden met de natuur, voldoening: de zegeningen van het wandelen spreken steeds meer mensen aan. Voor lopen is geen scholing, techniek, materiaal of geld nodig. Alleen een lijf, ruimte en tijd.

Wandelen wordt door de hoogleraar filosofie aan de universiteit van Parijs, Frédéric Gros, nadrukkelijk beschreven als een filosofische daad en als een spirituele ervaring. Voor veel grote historische filosofische of literaire figuren was ook lopen een manier om gedachten te ontwikkelen of inspiratie op te doen: Arthur Rimbaud, Friedrich Nietzsche, Mahatma Gandhi en Immanuel Kant.

Ook existentiële mystieke en culturele aspecten van het lopen komen in dit boek ter sprake: eeuwigheid, eenzaamheid, stilte, traagheid, vrijheid en de pelgrimstocht. Wandelen zal veel mensen, die het niet van zichzelf weten, tonen dat ze eigenlijk wandelende denkers zijn.

In dit boek wijdt Gros een hoofdstuk aan het ‘Op pelgrimstocht gaan’, waarbij hij constateert dat men niet praat over de weg naar Rome of naar Jeruzalem, maar wel over de wegen naar Santiago. […] Het grote succes van Santiago is te danken aan de combinatie van de weg en het einddoel.

De mystieke grootsheid van de pelgrimstocht ligt volgens de filosoof Gros in het feit dat zowel de route als het heiligdom waar de pelgrim naar toe trekt worden gesacraliseerd. Daarmee geeft Frédéric Gros aan dat hij nog geen recente tocht naar Rome heeft ondernomen.

Maar het blijft een mooi geschreven en verrassend boek dat aanzet tot wandelen. En ook een boek dat mooi is in al zijn eenvoud.

Wandelen. Een filosofische gids.

Frédéric Gros,

224 pagina’s, De Bezige Bij 2013