Pelgrims hebben in het verleden sporen achtergelaten langs de paden die hen naar hun doel voerden. Daarbij horen kerken, kloosters, hospitalen en bijvoorbeeld grafstenen. Het meest interessante, het meest pelgrimachtige teken is daarbij het labyrint. Het pelgrims labyrint is een doolhof, maar dan niet een om in te verdwalen, maar om – net als op een pelgrimage – na veel omzwervingen je doel te bereiken.

Het is cirkelvormig en bestaat uit een lang en onoverzichtelijk pad dat je tenslotte in het centrum van de cirkel brengt. Dat centrum is meestal een roos met zes bladen, het teken van de hemel.

Een labyrint is een oud symbool: het komt voor in prehistorische tekeningen, ook koning Minos hield een stier gevangen in zijn labyrint en het ganzenbordspel lijkt op een labyrint.

Met aandacht en volharding

Het mooiste voorbeeld van een labyrint ligt in de vloer van de kathedraal van Chartres, maar ook in de Sint Servaas in Maastricht vind je een heel mooi voorbeeld. Middeleeuwse pelgrims doorliepen zo’n labyrint als een oefening voor de weg naar hun doel. Langs de oude pelgrimswegen naar Rome en Santiago de Compostela kom je het labyrint zo nu en dan tegen: in Reims bijvoorbeeld maar ook in Pontremoli, in Lucca en in het portaal van de kathedraal van San Martino.

Als je zo’n symbool ziet, weet je het zeker: hier zijn vóór mij ook pelgrims geweest. Hier hebben mensen zich verwonderd over de kronkelwegen van het leven, hier hebben mensen zich gerealiseerd dat het goed is om je doel in de gaten te houden, maar dat het niet altijd makkelijk is om het te bereiken, dat het soms wel lijkt of je er steeds verder vanaf raakt, maar dat aandacht en volharding tenslotte beloond zullen worden. Net zoals bij een pelgrimage.

Everdiene Geerling heeft voor onze Nieuwsbrief een recensie geschreven over het boek Labirinti.