Onze Taal’ is een maandblad voor liefhebbers van de Nederlandse taal en wordt in een oplage van 22.500 stuks verspreid onder de leden van het Genootschap Onze Taal. Een van de steeds terugkerende rubrieken heet ‘Nieuw in het Nederlands’. In deze rubriek worden mensen aan het woord gelaten die op latere leeftijd Nederlands trachten te leren. Ze vertellen hoe het hen vergaat om deze soms onbegrijpelijke taal onder de knie te krijgen.

In de laatste editie maakten we kennis met de Italiaanse Claudia Crocco. Zij verhuisde in 2004 naar België en werd twee jaar later aangesteld als docent Italiaanse taalkunde aan de universiteit van Gent.

“Uitdagend als student en fascinerend als taalkundige”, zo noemt zij het leren van de Nederlandse taal met een grammatica vol subtiliteiten die er een echt mijnenveld van maken. “Interessant en leuk om te vernemen”, zo vond ik en dacht: “Nou, maar jullie Italianen kunnen er ook wat van!”

Mijnenveld Italiaans

In 2016 maakten mijn vrouw en ik onze eerste pelgrimstocht a piedi van Wanroij via Rome naar Santa Maria di Leuca in de hak (nel tallone) van Italië, om en nabij 3.000 kilometer. Het leek ons nuttig om dan een beetje Italiaans te kunnen spreken, op latere leeftijd net als de personen in de rubriek. Nu, bijna vijf jaar later, kan ik me best wel een beetje redden. Maar daar waar mevrouw Crocco het Nederlands een mijnenveld voor anderstaligen noemt, daar mag het Italiaans toch minstens ook die titel dragen.

Ook in deze melodieuze sneltreintaal zijn de superlatieven ‘uitdagend en fascinerend’ slechts een understatement. Denk alleen al aan de vele onregelmatige en wederkerende werkwoorden. Persoonlijke voornaamwoorden die onderwerp, lijdend voorwerp of meewerkend voorwerp kunnen zijn. De variatie in ‘nodig hebben’ (avere bisogno di, ci vuole, metterci, impiegare) en het gebruik van voorzetsels. Daarbij ook een andere zinsbouw en moeilijke klemtonen, enzovoort.

Na vijftien jaar in Vlaanderen zijn voor de Napolitaanse Claudia slechts nog humor, nuances en snelheid vatbaar voor verbetering. Om jaloers op te worden. Toch ben ik heel content want  met mijn po’ di lingua Italiana veranderde voor ons pelgrimeren in pelgrimeren-PLUS.

Ik blijf op cursus want het is leuk en omdat het niet anders kan ‘io parlo come mangio’.

Wij wensen alle pelgrims un meraviglioso pellegrinaggio.

Deze tekst – geschreven door Johnny Brock – is eerder gepubliceerd in Nieuwsbrief 51.