Parlare, parlare, parlare
Alleen zijn in een vreemd land is pas écht alleen als je de taal niet machtig bent. In Italië helpt kennis van de moderne talen niet echt, omdat in het meest gunstige geval een gesprek gevoerd kan worden in macaroni-Engels.
Om niet met je mond vol tanden te staan, kun je vóór jouw voettocht naar Rome een cursus ‘Italiaans voor beginners’ volgen.
Het resultaat is niet dat je de taal van Dante vloeiend spreekt, maar de weg vragen, een maaltijd bestellen of een eenvoudig gesprek voeren, zou met mimische ondersteuning moeten lukken.
In Italiaans Tirol heb je nog het geluk met Duits uit de voeten te kunnen, maar in de provincie Trento werd parlare l’italiano onvermijdelijk. Als praktische hulp kun je dan enkele volzinnen uit je hoofd leren.
Om een eenpersoonskamer voor een nacht te vragen vloeit wellicht zonder hakkelen uit jouw mond: Vorrei una camera singola per una notte. Parto domani perché camino a Roma.
In een eerste albergue waar je jouw Italiaans praktiseert, volgt waarschijnlijk op je vraag een stortvloed van onbegrijpelijke woorden. Je staat misschien met je mond vol tanden.
Jammer van het cursusgeld. Resteert de hoop dat oefening kunst zal baren. Dat werkt dan hopelijk. Na een week kun je toch gesprekjes voeren. En dat worden dan de parels op jouw wandeltocht.
Voor vele Nieuwsbrieven heeft Leo Baeten – ook de inspirator voor de tekst hierboven – een artikel geschreven over Italië: over taal, cultuur en literatuur, vaak over Rome maar ook over de rest van Italië. We hebben de artikelen gebundeld. Je kunt dit boekje op internet lezen.