Vrienden op de fiets – vaak ook te voet
Het vinden van onderdak onderweg naar “ergens” is een terugkerende uitdaging voor pelgrims en andere “slow-motion” reizigers. Tochten zijn immers nauwelijks lang en ver vooruit te plannen, bijvoorbeeld door het weer, lokale feesten, blessures, wilde beesten onderweg (zoals de beren elders in deze NieuwsBrief). De actieradius van een slow-motion reiziger is nu eenmaal beperkt. Even 30 kilometer doorgaan omdat daar wél onderdak beschikbaar is, is geen optie.
Gelukkig zijn er de traditionele initiatieven om die reizigers onderdak te kunnen bieden. “Vrienden op de Fiets” kent bijna iedereen wel. Wie vaker op een “Fiets-en Wandelbeurs” is geweest kan hun stand niet over het hoofd hebben gezien. Het lijkt daar soms wel een soort reünie van oude bekenden, die elkaar in Nederland al tegen zijn gekomen als gastgevers of fietsende gasten.
Maar hun netwerk is aanzienlijk breder dan Nederland. Het zijn niet alleen fietsers en het is niet alleen Nederland, zoals ik zelf tot vorig jaar dacht. Het is veel meer en veel groter. Toen wij vanuit Helmond naar Vézelay liepen, hebben we onderweg een handvol keren overnacht bij Vrienden op de Fiets – van de monumentale abdij in de velden buiten Aarle-Rixtel bij de nonnen van het Klooster van het Heilig Bloed (die dus ook vrienden op de fiets zijn) tot de prachtige gîte van Petra Beerens in Accolay, de laatste wandel-halteplaats vóór Vézelay. De adressengids van Vrienden op de Fiets (250 pagina’s, met ruim 5000 onderdakadressen) heeft als zwaartepunt natuurlijk Nederland, maar hij bevat ook vele honderden adressen in België, Duitsland, Frankrijk en Overig Buitenland. Dat zijn vaak gastgevers met Nederlands klinkende namen, zodat we Vrienden op de Fiets ook als een Nederlands exportproduct kunnen beschouwen. De website (www.vriendenopdefiets.nl) heeft zelfs een nóg uitgebreider aanbod. In het adressenboek staan ook de basisregels: het lidmaatschap per jaar is 8 euro, er geldt een vaste prijs per overnachting met ontbijt per persoon (nu 25 euro), afspraken en reserveringen en onderdak zijn niet bedoeld als vakantieadres of voor auto-toeristen. En zo zijn er nog enkele voor de hand liggende regels.
Naast alle praktische voordelen van het zo kunnen plannen van overnachtingen onderweg is het mooie dat je allerlei onverwachte en vaak bijzondere ontmoetingen meemaakt. Veel van de gastgevers hebben zelf ook zo gereisd en delen verhalen en ervaringen, maar ook heel andere dingen. In Namen zette de oudere gastvrouw bij het ontbijt “La mémoire et la mer” van Leo Ferré voor mij op, omdat we het de avond ervoor over hem hadden gehad. Ze vond dat dat zo paste. Twee dagen daarvoor had ik een hele avond bij een televisiemaker zitten praten over Etty Hillesum. Hij had een korte film over haar leven gemaakt. In Diest (“de oranjestad”) bood een kennis van de gastheer op de ochtend van vertrek mij een bezichtiging van de graftombe van Filips Willem van Oranje (oudste zoon van Willem van Oranje) in de Sint-Sulpitiuskerk. Kortom, er kunnen door de contacten met de gastgevers allerlei mooie “zijpaden” opduiken, zoals het hoort bij het pelgrimeren. Misschien bevalt dat zo goed dat je zelf de overstap overweegt van gast naar gastheer/gastvrouw. Velen zijn je voorgegaan….