Terug naar Nieuwsbrief 64

De Cammino di San Colombano, een onbekende pelgrimsroute in Noord Italië

Door Titia Meuwese

Op mijn route door de Alpen richting Rome liep ik vorig jaar over de Splügenpas tot aan Chiavenna. Daar was het in juli naar mijn smaak te warm. Daarom kwam ik dit jaar terug om tot aan de Po te lopen in twee weken. Tijdens het zoeken naar een geschikte route trof ik een pelgrimsroute aan waar ik nog niet van gehoord had: de route van Columbanus. Een kleine wandelgids was beschikbaar, dus ik liep de route. Ik vond het een afwisselende en interessante tocht.

Het is een goede manier om van de Splügenpas naar de Po te komen. De route over de Splügenpas is door Luc Gregoir beschreven. Vanaf de pas daal je in twee dagen af naar Chiavenna. Daar begint de Cammino di San Colombano. Er is een gids en een gps track; ook al bij Chiavenna vind je soms een inventieve richtingaanwijzer waar je een aantal kilometers mee toe kunt. Maar pas na Milaan is de route echt bewegwijzerd.
Na Chiavenna loop je twee dagen door het dal van de Mera. Rustig lopen, soms even langs de helling, vaak door de vlakte. Het Comomeer liep in de tijd van de Romeinen 30 km verder door, maar materiaal van de rivier Adda heeft een heel stuk dicht laten slibben. Je loopt daarom door polderland.

Comomeer

Langs het Comomeer
Vanaf Colico loopt de route langs het Comomeer. Daar volgt de weg de Sentiero del Viandante, flink op en neer, vaak langs muilezelpaden. Prachtig zicht op de bergen, nog flink wat sneeuw op de Alpen. Ik sliep drie nachten in Colico aan de noordkant, een treintje stopt elk uur op veel plaatsen langs het meer en Colico is niet zo toeristisch en dus goedkoper. Als je een rustdag wilt, kun je mooi met de veerboot
over het meer varen, prachtig uitzicht en mooie plaatsen om te bezoeken. In Lecco eindigt de Oostelijke arm van het meer, daar wordt de rivier die het meer uitstroomt weer de Adda. Het is dan nog 75 km tot Milaan.

Sentiero di Leonardo
Ik had daar geen hoge verwachtingen van: er stond dat er een fietspad was, en dat de route Sentiero di Leonardo heette. Welke Leonardo? Nou, Leonardo Da Vinci dus, die lang in dienst was van de Sforza’s in Milaan. Hij heeft plannen gemaakt voor een kanaal parallel aan de Adda, dat uiteindelijk in de achttiende eeuw ook is gebouwd. Een flink deel van de route loopt door het natuurpark Adda Noord.
De drie dagen waren heel afwisselend: langs een echt mooie rivier, langs moerassen, langs het kanaal waar de oude sluizen nog te zien zijn. En er liepen en fietsten veel mensen. De tweede dag dronk ik koffie in het leuke dorpje Brivio en zei dat ik in Calusco ging overnachten. Mijn tafelgenoot zei: dan moet je flink omhoog. Ik dacht dat zal wel meevallen, maar bij Calusco stroomt de rivier door woeste stroomversnellingen en loopt de brug uit 1890 op 85 m hoog boven het dal. Er is steeds wat te zien: een veerpont naar ontwerp van Da Vinci, oude villa’s van rijke Milanezen die hier koelte zochten in de zomer en oude waterkrachtcentrales. Het laatste stuk gaat westwaarts naar Milaan, alleen nog langs het kanaal. De laatste 8 km tot het centrum heb ik de metro genomen, omdat er erg veel snelwegen boven
mijn hoofd aan zaten te komen.

Van Milaan naar de Po
Vanaf het centrum van Milaan ben je in drie dagen bij de Po. De eerste dag loop je vanuit het centrum op een prettige manier al snel door een groot park naar een groot klooster, Chiaravalle, waar de Grana Padanokaas is ontwikkeld: een heel grote, extra gezouten kaas van melk van koeien die, dankzij de vruchtbare grond in de Povlakte veel melk gaven. De koeien staan altijd in heel grote open stallen en nooit buiten, maar landbouw is hier al lang erg grootschalig. Het is het gebied van de film Novecento van Bertolucci en je loopt langs de resten van de grote Cascina’s waar de film over gaat.
Na nog een paar aardige oude kerken kom je vervolgens helaas in de buurt van de snelwegen en hoge snelheidstreinen ten zuiden van Milaan. Dat maakte vooral de tweede dag buiten de stad vervelend. De derde dag liep over een klein heuvelgebied, opeens waren de Apennijnen in zicht. De eigenaar van de B&B in San Colombano al Lambro wilde wel naar de veerman Danilo bellen. Ik kon om half elf oversteken, dat betekende dat ik gewoon kon ontbijten en in twee uur naar de oever kon lopen. Nog een stuk langs de Lambro, ook een flinke rivier. De Po was na alle regen van dit jaar indrukwekkend breed en slokte die Lambro zo op. Je komt uit bij de veerboot over de Po, waar ook de Via Francigena langsloopt, dus die kun je van daar af volgen. Of je kunt drie dagen verder lopen in de voetsporen van Columbanus
naar Bobbio, en dan de Via degli Abati volgen. Ik weet nog niet wat ik ga doen: die Via degli Abati lijkt me voor een vrouw alleen wel een vrij weinig belopen pad.

Monding van de Lambro in de Po
Auto-en treinbrug over de Adda

Wie was nu Columbanus?
Columbanus was een Ierse monnik uit de zesde eeuw. In die tijd was een goed deel van Noord- en Midden-Europa nog niet tot het Christendom bekeerd of niet meer christelijk, maar Ierland wel sinds ongeveer 450. Nadat hij 25 jaar in Ierland als monnik had geleefd in Bangor, waar hij Bijbelonderricht gaf, vertrok Columbanus in 590 naar Frankrijk. Daar stichtte hij kloosters, onder andere in Luxeuil in de Vogezen. In het noorden van Frankrijk waren al lokale bisschoppen, die over hun eigen kloosters zeggenschap hadden. De Ierse monniken gebruikten de -afwijkende – Ierse regels en vonden zich niet onder de zeggenschap van de bisschop staan. De Franse kerk en de machthebbers kregen moeite met de invloed van Columbanus en hij werd verjaagd. Na een tocht door Frankrijk, eerst westwaarts richting de kust om naar Ierland terug te keren, trok hij via de Rijn richting het Bodenmeer. (Daar werd later door een volgeling het klooster van Sankt Gallen gesticht.) Columbanus vluchtte verder naar Lombardije. De lokale machthebbers lieten hem een verlaten kerk in Bobbio gebruiken, ver weg in de bergen. Ook de laatste jaren van zijn leven stichtte hij niet alleen een abdij in Bobbio, maar schreef hij ook nog brieven aan de paus over twistpunten in het geloof, tot hij ruim 70 jaar oud overleed.
Een heel gedreven en principiële man, die de zeer strenge Ierse kloosterregels opschreef en geen ontzag had voor machthebbers. Zijn kloosterregel werd later vervangen door de mildere regels van Benedictus. Hij sprak als eerste over Europa als een eenheid waar dezelfde wetten en regels zouden moeten gelden. En dat werd hem dus niet in dank afgenomen. In totaal heeft hij meer dan 4500 km door Europa gezworven, de laatste 330 km van de huidige Cammino di San Colombano zijn daar maar een fractie van.

Voor meer informatie klik hier

Voor de wandelgids klik hier