Terug naar Nieuwsbrief 64

Een ingeslikte pinpas, onheil in Bocca Serriola

Door Ger Willink

Als je zo wandelend onderweg bent, met welke doemscenario’s houd je rekening? Dat je beroofd wordt? Nee, niet echt. Dat je iets vergeet of verliest, het zou mij zo kunnen overkomen. Dat je valt? Mwah… Blaren, niet echt rekening mee gehouden, maar ze waren er toch. Afgelopen najaar (september-oktober) op weg tijdens mijn best wel warme Franciscaanse Voetreis (van Florence naar Assisi en uiteindelijk Perugia) ontkwam ik er niet aan. Het leed viel te overzien, maar al met al was het een tegenvaller. Gelukkig zijn er blarenpleisters en ook wandelwol (mooi stukje daarover in de laatste Omnes). Dat hield me op de been. Maar dat me juist dit zou overkomen had ik niet verwacht. Dat DIT, daar kom ik zo op.

In Bar Ristoro Alimentari della Cima in het berggehucht Bocca Serriola (ik ben een dag of 10 onderweg) moet ik 50 euro betalen. Het is de enige overnachtingsplek in de wijde omgeving. Inclusief avondeten en ontbijt, dat wel. Cash te betalen graag, want pinnen lukt hier niet. Ik heb nog maar 43 euro. Balen, maar de eigenaresse is onverbiddelijk. Opa, de vader van de eigenaresse, biedt aan om met de auto naar het dorp Apecchio in de vallei te rijden, 10 kilometer slingerend naar beneden, in de verwachting daar cash geld te kunnen pinnen. Zo gezegd, zo gedaan. Maar dat pakt anders uit. Want na het inbrengen van de pas en het intoetsen van mijn pincode komt mijn bankpas niet terug. Ingeslikt…. Slik! Bank dicht (het is vrijdag in de late middag), en dus ook nog het weekend voor de deur!

Pinpas eruit kijken
Bij nader inzien blijk ik toch nog geluk te hebben. Morgenvroeg is de bank open, zo staat op de deur. Het is eigenlijk ook geen bank, maar Poste Italiane, een Italiaans postkantoor. De mannen aan de overkant in het lokale barretje kunnen uiteraard ook niet helpen, al proberen we gezamenlijk de pinpas uit het apparaat te kijken. Weer met opa, die uiteraard alleen maar Italiaans spreekt, naar boven, naar Bar Ristoro Alimentari della Cima. “O”, zegt de eigenaresse na het avondeten, “43 euro is ook goed. Prima zo!’’ Tja, had dat eerder gezegd. Maar nu ben ik helemaal blut. Ze is natuurlijk bang dat ze helemaal niets meer krijgt, nu ik immers zonder pinpas zit. In de avond nog mijn bank in Nederland proberen te bellen, maar de verbinding is heel slecht en valt voortdurend weg. Bovendien is het weekend en zijn ze alleen voor echte noodgevallen te bereiken. Ja.… en ik dan? Morgen maar weer verder zien. En dan hoop ik vooral mijn bankpasje terug te zien.

Plan B
Maar goed, na aanvankelijke paniek, werk ik intussen aan plan B. Lopend naar Pietralunga, de volgende etappeplaats, en dan hopen dat ik daar die wandelaars tegenkom, die ik eerder heb getroffen. Hen vragen mij cash geld te geven, terwijl ik tegelijkertijd dat bedrag aan hen overmaak. Plan C: terug naar huis! Maar hopelijk is dat allemaal niet nodig. Al met al helpt plan B me wel om die avond in slaap te vallen. Het is trouwens sowieso een verre van gelukkige dag geweest. Routebordjes ontbreken of zijn zodanig door de zon verbleekt dat ze niet langer leesbaar zijn. Het in het boek (Franciscaanse Voetreis) beschreven autowrak ontbreekt (was waarschijnlijk, tegen de Italiaanse gewoonte in, intussen opgeruimd) en aanwijzingen als ‘bij een groepje bomen, het bospad inlopen’, helpen nou ook niet direct. Na een vergeefse wandeling over een boerenerf en een steile klim de verkeerde richting uit, heb ik er genoeg van. In de hitte van de middag met behulp van Google Maps mijn alternatieve weg gezocht. Dat lukt uiteindelijk, al is de route niet geweldig en droog ik langzaam uit. Het water raakt op en er is geen
plek om water bij te tanken. Uiteindelijk een bordje met de verlossende tekst ‘Bocca Serriola’. Wel nog 45 minuten lopen, maar dat is te overzien. Ik kom waar ik moet zijn. De beloofde Rifugio Escursionistico is echter dicht en naar het zich laat aanzien definitief, want alle meubilair staat buiten, en dat niet in verband met de najaars-schoonmaak. In Bar Ristoro Alimentari della Cima word ik nog met open armen ontvangen en krijg ik van opa een grote fles Birra Moretti. Van het huis. Maar als die op is, begint de duivel zijn spelletje te spelen.

Inwendige schreeuw….
Na een slechte nacht, waarbij ik om vier, daarna om vijf en uiteindelijk om zes uur definitief wakker ben, rijd ik met de kleinzoon naar de pinautomaat en het bijbehorende postkantoor. Nog wat klanten voor ons. De spanning is te snijden, maar de mevrouw achter de balie glimlacht haar vriendelijkste glimlach en gaat, nadat ik mijn paspoort heb laten zien, naar de automaat, die ze van binnenuit openmaakt. Ik voel dat het alsnog goedkomt en dat is ook zo. Het oranje pasje dat ze in haar hand houdt stelt me definitief gerust. Inwendig schreeuw ik van blijdschap. Geen gebedel en gevraag aan andere wandelaars om geld voor me te pinnen. Ik pin geld aan de overkant van de straat, waar een andere bank zit. Even spannend, want deze bank is niet op zaterdag geopend. Maar het gaat gelukkig goed. Zo rijden we, nu in opperbeste stemming, de slingerweg terug naar Bocca Serriola en geef ik de kleinzoon 20 euro voor zijn hulp. Iedereen happy, maar vooral ik. In de bar drink ik de best smakende cappuccino aller tijden en pak
daarna mijn rugzak. In een euforische stemming loop ik daarna al snel weer verkeerd, maar dit keer is het mijn eigen schuld en kan het me niets schelen. In Pietralunga kom ik trouwens daarna geen bekenden meer tegen.

Tot besluit
Dit is een les voor alle wandelaars en zeker ook voor mijzelf. Zorg ten allen tijde over voldoende cash geld te beschikken. Je weet immers nooit waar je terecht komt. Dat houdt het noodlot wat meer op afstand. Of u moet ervoor kiezen als pelgrim van aalmoezen te willen leven, dat kan natuurlijk ook nog.