De Splügenpas route naar Rome deel 4A/4 Italië
In deze voorlaatste bijdrage over de Splügenpas route, een weg door de bergen van Antwerpen naar Rome, behandelen we het routedeel van Bergamo tot Rome. Daarin steken we de Povlakte over en blijven we de Apennijnen volgen tot aan het klooster La Verna; en daar leidt één van de Franciscuswegen ons naar Rome. De route verkiest de luwte van de bergen boven de drukte van de valleien en al is het technisch gesproken geen moeilijke route, ze vergt toch een goede fysieke conditie, gezien de vele stijgmeters die overwonnen dienen te worden. Verschillende andere routes kruisen deze route waarmee ze kan gecombineerd worden. Er is een referentie-traject uitgewerkt dat zo veel mogelijk gemarkeerde paden volgt naast een aangepast traject dat een aantal inkortingen maakt. Details van de voorafgaande routedelen door de Noord-Vogezen, het Zwarte Woud en de Alpen en een gedetailleerde beschrijving van dit traject kan je raadplegen op de website dolcevia.be.
Door de Povlakte van Bergamo naar Fidenza
Wil je nog even in de Alpen blijven dan kan je in Bergamo overgaan op de Via Delle Sorelle naar Brescia en daar langs de Cammino di Santa Giulia naar Cremona aan de Po. Deze variant is ongeveer even lang als de trajecten die de rivieren Serio, Adda en Oglio volgen maar met meer stijgmeters. Langs de rivieren zijn er natuurparken ingericht waardoorheen gravel-fietspaden lopen die ook voor de wandelaar geschikt zijn. Reken je voor de nacht op een bivakplaats, dan zul je hier niet teveel problemen hebben. Wil je een bed en een dak boven je hoofd dan is het wel plannen in de agrarische Po-vlakte. Je kan natuurlijk ook hip-hoppen met de streekbus en in Bergamo of Cremona twee nachten boeken. Nadat je langs de Serio Bergamo verlaat kan je deze rivier blijven volgen tot de provinciestad Crema waarna deze in de Adda uitmondt. De Adda is ook de rivier die gevolgd wordt als je aan het Lago di Como niet naar Bergamo maar naar Lecco loopt. In Romano Di Lombardia kan je als alternatief oversteken naar de Oglio, die vijftien kilometer oostelijker stroomt. Onderweg kom je op plaatsen waar onderaardse stromen uit het noorden bovengronds komen. Uit het niets ontstaan er riviertjes. Het water dat tussen de grove gesteenten in het noorden in de grond is getrokken botst hier op fijn gesteente waaruit het een uitweg zoekt. Dit fenomeen heet het ‘fascia delle risorgive’ of ‘de heroplevings gordel’, een gordel die zichuitstrekt van oost naar west tussen de Po en de Alpen.
Het fietspad langs de Serio
Cremona is een stad van Keltische oorsprong waar ooit Antonio Stradivari woonde en heden ten dagen nog een twintigtal vioolbouwers gevestigd zijn. Je kan er binnenlopen om de ambachtlieden aan het werk te zien. Bij helder weer is het de moeite waard de Torrazzo klokkentoren te beklimmen met zijn astronomisch uurwerk en een panoramisch zicht op honderd meter hoogte over de Povlakte met de Alpen en de Apennijnen aan de einder. Als je de Po bent overgestoken is de muziek nog niet uit de lucht. Hier kom je in het land van Verdi waar zijn villa, een museum en arboretum het bezoeken waard zijn. In Busseto staat zijn standbeeld voor het theater waar hij zijn eerste concerten gaf. Een tiental kilometer voor Fidenza kom je op de Via Francigena die hier zijn tocht door de Povlakte afrondt. De vijftig kilometer tussen Cremona en Fidenza gaan niet over een bewegwijzerd pad maar over fietspaden en rustige asfalt baantjes. Met behulp van een wegenkaart, gps of telefoon met een kaart app. Is het echter niet moeilijk je weg te vinden.
Langs de Via Francigena de Apennijnen in.
In Fidenza kan je voor het eerst je Pelgrimspaspoort tevoorschijn halen want op de vier etappes tot Pontremoli kan je gebruik maken van de pelgrimsherbergen op de Via Francigena. Bijvoorbeeld het klooster van de kapucijnen in Fidenza. Ben je er op 22 mei dan kun je deelnemen aan het feest van Santa Rita dat er met veel omhaal gevierd wordt.
Bereiding van de Torta Frita op het feest van Santa Rita in Fidenza
Langs de Monte Bardone-weg die Parma met Lunigiana verbindt steken de pelgrims op de Via Francigena de Apennijnen over. Hier kom je in aanraking met verwijzingen naar de middeleeuwse pelgrimsweg. In een reliëf op de klokkentoren van de kathedraal van Fidenza zie je vier pelgrims afgebeeld in winterkledij, die klaar staan om de oversteek te maken. Aanvankelijk gaat het langzaam omhoog tot de Taro rivier wordt overgestoken naar Fornovo. Het kan hier soms lastig zijn als de vette klei na een regenbui aan je bottines blijft kleven. De sculpturale stukken op de gevel van de Pieve di Santa Maria Assunta in Fornovo herinneren je aan de pelgrims die hier duizendjaar lang voorbij kwamen. In de elfde eeuw werd een frontale portiek toegevoegd aan de kerk die later geïntegreerd werd in de kerk. Dit was een plaats om rust te bieden aan de pelgrims. De sculpturen die je op de voorgevel ziet stellen de verdoemden voor die hun straf voor de doodzonden ondergaan. De beelden zijn gerecupereerd uit de brokstukken van de vroeg christelijke ambo (preekstoel voor epistel of evangelie) die in de veertiende eeuw in stukken geslagen werd. Op de voorgevel een pelgrim met aan zijn ring de sleutel van de Sint Pieter die de weg naar Rome wijst. Tussen Fornovo en Berceto is het een vijftal kilometer flink stijgen met een gemiddelde stijgingsgraad van 10%, na de Povlakte een opwarmer van wat gaat komen.
Even voor de pas kan je de romaanse kerk van Berceto met zijn mooie portiek bewonderen. Aan de kerk is een bijzondere legende verbonden.
Moderanno, bisschop uit Rennes kwam hier in 712 langs. In Reims had hij de relikwieën van San Remigio meegekregen om deze naar Rome te brengen. Bij een rustpauze op de Monte Bardone had hij de relikwieën aan een boom gehangen en vergat ze toen hij verder ging. Toen hij dit bemerkte en de relikwieën terug kwam ophalen bleek de boom sterk gegroeid en de tak met de relikwieën onbereikbaar geworden. De tak wilde pas buigen toen hij beloofde de relikwieën in Berceto achter te laten. Hierop werd er een abdij opgericht die in 1007 weer gesloten werd waarna de abdijkerk tot parochiekerk werd.
Op de passo della Cisa kruis je de G.E.A. of Grande Escursione Appenninica. Deze loopt hier samen met de S.I. Sentiero Italia en de E1 wandelroute. De G.E.A., (een route ontworpen door Gianfranco Bracci in 1982) is een huttentocht die loopt over de kam van de Apennijnen op de grens van Emilia Romagna en Toscane. Tussen de passo della Cisa en het ski-oord Abetone gaat de G.E.A. route boven de tweeduizend meter op moeilijk begaanbaar terrein. Daarom is hij niet geschikt voor pelgrims zonder ervaring met dit soort paden. Met de Sentiero ‘00’, die onafhankelijk van de G.E.A. ontstaan is, had men oorspronkelijk de bedoeling beide routes naast elkaar te laten bestaan. De Sentiero ‘00’ is dan de iets gemakkelijkere versie. Maar in de praktijk wordt in publicaties steeds minder het onderscheid gemaakt. De markeringen in dit gebied kunnen daarom wel eens tot verwarring leiden.
(wordt vervolgd in Nieuwsbrief 64)
Luc Gregoir