Op 3 juni 2012 vertrekt Arnoud Boerwinkel (1952) vanuit Zuid-Limburg voor een eenzame voetreis naar Rome. Aan zijn gepijnigde rug hangt een gewicht van zo’n twaalf kilo en in zijn heuptasje draagt hij een bolletje wol met zich mee, dat zijn vrouw hem bij het afscheid geeft. Daarmee zal hij een spoor van rode draadjes door het landschap trekken. Als hij half september aankomt in Rome heeft hij er een reis van ruim 2.100 kilometer op zitten. In dit beeldende verslag beschrijft hij de zware confrontaties met zichzelf, de wekenlange regenbuien en eenzaamheid van Noord-Frankrijk, de loodzware doortocht door de Alpen en de brandende hitte van het Noord-Italiaanse asfalt. Dit alles omlijst door bijzondere ontmoetingen met gastvrije mensen, met andere langeafstandswandelaars en medepelgrims. En met het soms hardvochtige, maar meestal liefdevolle grondpersoneel van de rooms-katholieke kerk.

Lees ook